Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar hij zeide: Het zij verre van mij zulks te doen! de man, in wiens hand de beker gevonden is, die zal mijn slaaf zijn; doch trekt gijlieden op in [22]vrede tot uw vader. 22. Dat is, met vriendschap en enigheid zonder ongemak te lijden aan uw personen, of schade aan uw goederen. Verg. boven, hfdst.36 vs.29,31; 2 Sam.3:21.